Protestantse Gemeente Vlieland

Orgel en vleugel

Het orgel van de Nicolaaskerk  te  Oost-Vlieland

(vleugel zie onderaan)

Hoewel de Nicolaaskerk te Oost-Vlieland al in 1605 werd gebouwd (en uitgebreid in
1647) is er pas in 1879 sprake van een orgel in het gebouw. Voor die tijd zal ongetwijfeld een
voorzanger de gemeentezang hebben geleid. Zo’n voorganger was in veel gevallen de
plaatselijke schoolmeester die met luide stem de toon aangaf en het zingen in goede banen
probeerde te leiden.

In 1879 werd er dan toch een orgel aangeschaft. Het instrument werd geleverd en geplaatst
door C.A. Elberink. Het betrof een ouder éénklaviers orgel , gebouwd door een tot nu toe
onbekende orgelbouwer en daterend uit ongeveer 1780. Dit instrument had 8 stemmen :
drie 8-voeten, drie 4-voeten en twee 2-voeten. De speeltafel bevond zich aan de achterkant.
Het pedaal was aangehangen.

Over de herkomst van het orgel zijn enige onduidelijkheden. Op grond van het voor Nederlandse orgels nogal afwijkende uiterlijk van het instrument, alsmede de ornamentiek (b.v. de vlakke voorstellingen met manden met daarin korenschoven en bloemen boven op het orgel komen zelden in Nederland voor) denkt men dat het orgel gemaakt moet zijn door een orgelbouwer uit Rijnland of Westfalen.

Waar het orgel voordat het naar Vlieland kwam heeft gestaan is ook niet zeker, maar men denkt aan Kampen of Zwolle. De naam Elberink doet ook aan een orgelbouwer uit Overijssel of Twente denken.

In 1898 werkte de Kamper orgelbouwer Proper aan het orgel en op Eerste Kerstdag van dat jaar werd het instrument toen weer in gebruik genomen.
Belangrijke wijzigingen onderging het orgel in 1951 toen de orgelbouwer J.Reil het orgel niet alleen restaureerde, maar ook uitbreidde met een tweede manuaal en een Subbas op een vrij pedaal zette.

Tevens werd de omvang van het manuaal (nu dus manualen) en het pedaal uitgebreid. Het tweede klavier kwam op de lade achter het hoofdklavier, waardoor het orgel veel dieper werd. Er kwamen enige stemmen bij en het nieuwe klavier kwam aan de zijkant, waardoor de organist een veel beter zicht heeft op wat zich in de kerkruimte afspeelt. Het orgel heeft nu 11 stemmen.

Kennelijk beviel het orgel toch niet zo goed, want al in 1974 voert de firma Mense Ruiter belangrijke werkzaamheden aan het orgel uit. De klavieren worden vernieuwd, evenals de windvoorziening en de mechanieken. Belangrijk is ook dat het tweede manuaal in plaats van achter het eerste manuaal nu onder het eerste manuaal wordt aangebracht. De stemmen van dit tweede manuaal zijn nu veel beter hoorbaar in de kerkruimte. Het pedaal wordt achter het orgel opgesteld, daarvan gescheiden door een stemgang. Ook komen er een paar stemmen bij, andere worden anders over de beide manualen verdeeld.

Het orgel heeft nu 14 stemmen : 8 op het Hoofdwerk, 5 op het Onderpositief en 1 op het Pedaal. Sinds 1974 is er niets meer aan het orgel veranderd.

Otto Roelofsen, september 2014.

Dispositie:

Hoofdwerk (II) C-f’’’
Prestant 8 ‘
Roerfluit 8’
Viola di Gamba 8’
Octaaf 4’
Gedektfluit 4’
Octaaf 2’
Spitsfluit 2’
Mixtuur 2 – 4 st.

Onderpositief (I) C-f’’’
Holpijp 8’
Roerfluit 4’
Octaaf 2’
Quint 1 1/3’
Sexquialter 2 st.

Pedaal C-d’
Subbas 16’
Toonhoogte : a1 = 440 Hz
evenredig zwevend
Koppels: II-I, Ped.-II, Ped.-I
Tremulant op Onderpositief

De vleugel van de Nicolaaskerk

Naast een monumentaal orgel heeft de Nicolaaskerk ook de beschikking over een fraaie vleugel. Het instrument wordt vaak ingezet tijdens de bekende “Concerten bij kaarslicht” die al 30 jaar in de kerk worden gehouden. Het is een YAMAHA C-5 (2.00 meter).

Ook tijdens huwelijkssluitingen en soms bij kerkdiensten wordt dankbaar gebruik gemaakt van dit in een uitstekende conditie verkerende instrument.